Is kernhout nu dood of levend? (🔜unfinished)

ℹ klik ook op de links          🔊..kort..


"Er bestaat enige onzekerheid over de vraag of het hout afsterft tijdens de vorming van kernhout, aangezien het nog steeds chemisch kan reageren op rottende organismen"


Dood hout bevat geen eigen vocht meer, maar eventueel nog stilstaand vocht.

"Bij spinthoutbomen daarentegen kan de kern niet onderscheiden worden op basis van de verkleuring. Bovendien is de kern bij deze soorten bijna net zo nat als het spinthout, soms zelfs natter. Dergelijke bomen vormen geen beschermende stoffen in de kern. We mogen echter veronderstellen dat het hoge vochtgehalte in de kern de boom beschermt tegen houtafbrekende schimmels. Wanneer de boom beschadigd wordt, kan die natte droger worden, waardoor dat hout onbeschermd achterblijft en houtafbrekende schimmels de kern kunnen aantasten."


Download Wur Naaldhout 1


"Spinthout bestaande uit veel meer dode cellen dan uit levende cellen (parenchym). Wanneer hout verkernd sterft het parenchym af. Er zijn dus geen levende cellen in -afgestorven- kernhout. Maar niet alle bomen hebben kernhout. Bij spinthoutbomen blijven er ook in de kern nog een beperkt aantastingen levende parenchymcellen behouden. 

Hou er rekening mee dat er naar schatting 60 tot 100 duizend boomsoorten zijn. Er zit veel verschil tussen boomsoorten. We moeten met andere woorden heel voorzichtig zijn met veralgemeningen."



"Dood hout wordt in het bijzonder in de biotoop- en soortenbescherming gebruikt als verzamelbegrip voor afgestorven bomen of delen daarvan."

"Bomen sterven door stormen, vuur, voedselgebrek, droogte of juist een hoge waterstand – en natuurlijk ook gewoon van ouderdom." en bomenkap niet vergeten.


Maar kernhout is nog niet dood. Integendeel. Dat heeft een heel belangrijke functie in elk levenstadia van de boom.

Dood hout breekt makkelijker en wordt sneller aangetast.

Dood hout wordt zelfs meestal als niet meer nuttig beschouwd voor de houtproductie.

Iets dat nog vele belangrijke functies heeft in die staat kan je moeilijk als dood beschouwen... alleen al het water/vocht dat erin huist kan niet als dood beschouwd worden. 
De muren van een huis zijn dood, de tafelpoten zijn dood, maar ondanks dat sommige bomen het "makkelijk" overleven zonder kern is deze, zolang als deze aanwezig is, niet dood op de manier dat wij dat kennen.
Als je een tak doorbreekt herken je het makkelijk of deze dood is. De dode versie is bij wijze van spreken droog, futloos en "kleurloos" dus makkelijk af te breken.
De levende tak/kern krijg je vaak nog niet eens doorgeknakt, maar eerder omgebogen. Die vezels houden de sterkte van de tak vast... de binnenkant ziet ook uit als levendig, vaak veel groener dan de dode versie.

Kernhout is niet dood.

Met dank o.a. aan AI Edge 💚


♻️♻️♻️


"De anatomische kenmerken van stamhout en hun relevantie voor de vitaliteit van eikenhout ( Quercus robur L.)

De afname van de vitaliteit van eiken wordt toegeschreven aan een complex proces waarbij interacties van verschillende factoren betrokken zijn, wat leidt tot een verhoogde sterfte van bomen. 


Deze studie onderzoekt de structuur van stamhout van eiken met verwijzing naar zijn fysiologische rol in de hydraulische geleidbaarheid. 

Op basis van de kroonconditie werden de eiken ingedeeld in drie gezondheidsgroepen: gezonde bomen, afstervende bomen en dode bomen. 

Anatomische kenmerken van hout, zoals jaarringbreedte, vaatdichtheid, vaatdiameter van vroeghout en theoretische hydraulische geleidbaarheid, werden gemeten en berekend. 

De smalste jaarringen gevormd door het cambium werden waargenomen in dode eiken. Deze bomen werden ook gekenmerkt door de kleinste diameter van vroeghoutvaten, niet alleen in de periode van het optreden van afstervingssymptomen, maar gedurende hun hele leven. 


Er wordt gesuggereerd dat de vorming van smalle jaarringen en vroeghoutvaten met een kleine diameter de gevoeligheid van een boom voor verval vergroot. Een kleinere vatdiameter impliceert veranderingen in de hydraulische geleidbaarheid van eikenstammen en schaadt daarmee het watertransport, wat de gezondheid van bomen beïnvloedt. 

Er wordt aangenomen dat het proces van achteruitgang van eiken kenmerken heeft van natuurlijke selectie en leidt tot de eliminatie van de zwakste bomen."

https://link.springer.com/article/10.1007/s10342-014-0801-y


♻️♻️♻️


"We hebben significante verschillen waargenomen tussen de gemiddelde basishoutdichtheid en de gemiddelde dichtheid van vers hout. Het centrale deel van het stam- en kernhout vertoont een veel hogere dichtheid dan het buitenste deel van het stam- en spinthout, wat overeenkomt met het model van ringporeuze bomen."

https://www.mdpi.com/1999-4907/12/6/712

https://hortsense.cahnrs.wsu.edu/fact-sheet/oak-pit-scale/


♻️♻️♻️


Je kan de hand van onderstaand onderzoek wel stellen dat de massa van de kern bestaat/bestond uit een levenskrachtige functie in zowel de transport van de electronen bij de fotosynthese, als aerobe ademhaling, enzymen, acceptoren en vitaminen... van de levende boom.

Omvorming van co-verbindingen naar cellulose etc.

Resistentie verlenende functie etc.




Chemische samenstelling van kernhout en spinthout van gepyrolyseerde (500°) Tectona grandis, alias Teakhout.

"Bovendien kan pyrolyse meerdere herschikkingen in de koolhydraten veroorzaken, wat resulteert in isomeren die moleculaire ionen missen en daarom moeilijk te interpreteren zijn.

Leeftijdsverschillen (15 en 70 jaar oud) en pyrolysetemperatuurverschillen.

De pyrolytische analyse detecteerde 85 verbindingen in het hout, waarvan 51 in het spinthout en 61 in het kernhout.

Deze verbindingen zijn voornamelijk chinonen, zoals de groep antrachinonen die resistentie verlenen tegen xylofage (houtetende) organismen, maar met variaties in samenstelling en concentratie die verband houden met leeftijd, genetisch materiaal, boompositie (kernhout en spinthout), bosbouwkundige behandelingen, bodem, klimaat en beheer.

De samenstelling van ligninen is van groot belang; hoge waarden van de synringyl/guaiacyl-verhouding resulteren in lignine met een hogere reactiviteit en een lage weerstand tegen thermische ontleding.

Download Wur Naaldhout 2

In het kernhout waren de meest voorkomende verbindingen levoglucosan (26,65%), azijnzuur (6,34%), cyclohexaancarboxaldehyde, 4-methoxy (5,1%), squaleen (4,85%) en isoeugenol (3,65%) met minder dan 2,97%. voor de anderen. 
Twee en vier verbindingen uit respectievelijk spinthout en kernhout werden niet geïdentificeerd. 

Verbindingen met het grootste oppervlak zijn voornamelijk afkomstig van koolhydraten en worden aangetroffen in het eerste deel van het pyrogram met een kortere retentietijd, en de lignine en extractieresiden in het midden en aan het einde van het pyrogram met een kleiner oppervlak.

In het kernhoutgebied kwam de hoogste piekintensiteit overeen met azijnzuur, cyclohexaancarboxaldehyde, 4-methoxy en squaleen. De meeste van deze verbindingen, zoals azijnzuur, zijn derivaten van cellulose en hemicellulose, belangrijke componenten van hout. De afbraak van ligninen genereert fenolverbindingen. 

De vorming van levoglucosan is het gevolg van de omzetting van cellulose, hemicellulose, lignine en extractieresiduen uit biomassa in suiker, zuren en furanen, verbindingen met grotere oppervlakken. 

Suikers kunnen worden gebruikt als koolstofbron bij fermentatie om verbindingen van industrieel belang te produceren, zoals citroenzuur, ethanol, 5-hydroxymethylfurfural, furanen, aromatische koolwaterstoffen en lipiden

Bovendien duidt het hoge gehalte aan guaiacyl-eenheden op een meer gecondenseerde lignine (groter aantal bindingen tussen C-C-eenheden), waardoor de thermische weerstand van het hout toeneemt."

https://www.nature.com/articles/s41598-022-22800-1 [01]

Download Wur Naaldhout 3

"Een chinon is een organische verbinding uit een grote en belangrijke klasse van cyclische organische verbindingen, dat als oxidatieproduct van een aromaat, en vooral van fenolen, kan beschouwd worden. 

De meeste chinonen hebben een functie als elektronenacceptoren in de elektronentransportketens zoals in fotosystemen I & II bij de fotosynthese, en in aerobe ademhaling, maar ze kunnen ook een functie hebben in redoxreacties.

Chinonen komen voor als bouwsteen in biologisch belangrijke moleculen, in de vorm van co-enzymen, acceptoren of vitaminen."

https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Chinon_(scheikunde)

"Levoglucosaan ontstaat wanneer de glycosylruggengraat van cellulose of zetmeel wordt afgebroken bij hoge temperatuur."

https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Levoglucosaan

"De negatieve lading van het anion dat ontstaat bij deprotonering (ontdaan van waterstof H+) van fenol ...

https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Fenol


Lignine of houtstof is een natuurlijke organische verbinding, meer specifiek een biopolymeer, die voorkomt in de celwand van verschillende soorten plantaardige cellen, zoals in cellen van het hout (xyleemweefsel) en het sclerenchym.

Lignine bindt aan cellulose-fibrillen en zorgt zo voor versterking en versteviging van de celwanden van planten.

https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Lignine

De biopolymeren bij o.a. Lignine hebben diverse functies in de plant, zoals beschermingp tegen herbivoren,
micro-organismen of andere aanvallers van buitenaf; als structureel onderdeel van de celwand; bescherming tegen ultraviolet licht; als pigment en als signaalmolecuul.

https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Fenylpropano%C3%AFde


"Sclerenchym is weefsel met gelijkmatig verdikte celwanden die sterk verhout zijn, dit komt door de aanwezigheid van lignine (houtstof). Meestal zijn er geen intercellulaire ruimten. De functie is het geven van stevigheid. De cellen zijn meestal vezelvormig. Ze liggen in bundels en vormen tezamen het skelet van de primaire stengel. De naam sclerenchym is afgeleid van het Griekse σκληρός = sklêros, dat hard betekent. De cellen zijn eerst levend maar sterven later af als de verhouting toeneemt.

Het sclerenchym ligt onder andere rondom een vaatbundel. Ook de steencellen in vruchtvlees, zoals bij stoofperen bestaan uit sclerenchym. Wanneer sclerenchymcellen een structuur omgeven voor bescherming en stevigheid, spreekt men van een sclerenchymschede of een sclerenchymkap, respectievelijk bij volledige omhulling en gedeeltelijke omhulling.

In het sclerenchym komen twee soorten cellen voor:

Sclerenchymvezels
Steencellen"

https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Sclerenchym


Sclerenchymvezels zijn prosenchymatische (smalle en langgerekte) sclerenchymcellen. In het xyleem worden ze ook wel houtvezels genoemd en in de bast bastvezels. Ze hebben een grote trekvastheid.

De meeste sclerenchymvezels zijn meer of minder sterk verhout.

In het secundaire hout zijn ze dood, bestaan ze voor een groot deel uit lignine en hebben ze in de wanden hofstippels of gewone stippels.

https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Sclerenchymvezel


"Secundaire diktegroei/meristemen is de uitbreiding van het aantal cellen in de breedte van een stengel of wortel, waardoor deze dikker wordt en een grotere omtrek krijgt. 

Als een primaire stengel of primaire wortel dikker moet worden, kan dit niet gebeuren door vergroting van de reeds aanwezige cellen, aangezien deze voor het grootste deel uitgedifferentieerd zijn. De enige mogelijkheid nu is de productie van nieuwe cellen. 



Vasculair cambium , dat secundair xyleem en secundair floëem produceert. Dit is een proces dat gedurende de hele levensduur van de plant kan doorgaan. Dit is wat aanleiding geeft tot hout in planten. Dergelijke planten worden boomachtig genoemd . Dit komt niet voor bij planten die geen secundaire groei doormaken (ook wel kruidachtige planten genoemd).

Het cambium dat verantwoordelijk is voor de secundaire diktegroei ligt bij primaire dicotyle stengels in eerste instantie tussen primair hout en primaire bast, dus in de vaatbundels. 

Zodra de secundaire diktegroei begint, breidt het cambium zich tussen de vaatbundels uit. Uiteindelijk vormt het cambium een gesloten schede, de cambiumring. 


De fusiforminitialen, verticaal gestrekte cambiumcellen, gaan nu naar binnen toe secundair xyleem (houtcellen) en naar buiten toe secundair floëem (bastcellen) vormen. Het xyleem van naaktzadigen bestaat voor een groot gedeelte uit tracheïden en dat van de bedektzadigen uit tracheeën (houtvaten).

Er zijn ook planten, waar de primaire meristeemring direct overgaat in cambium."

https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Diktegroei



"Xyleem is een van de twee transportweefsels in vaatplanten. 

Xyleem zorgt voor het transport van water en daarin opgeloste mineralen vanaf de wortels naar de bladeren. Het watertransport in het xyleem verloopt voornamelijk door middel van onderdruk die ontstaat door de transpiratie in de bladeren. In mindere mate spelen ook worteldruk en adhesie- en cohesiekrachten een rol.

De belangrijkste watertransporterende cellen in het xyleem zijn houtvaten en tracheïden. Beide cellen zijn langwerpig van vorm en hebben stevige secundaire celwand. Beide zijn daarnaast voorzien van kleine gaatjes (stippels) in de zijwanden, en ze verliezen hun cytoplasma wanneer ze volgroeid zijn.

Een houtvat is een reeks boven elkaar liggende cellen, waarvan de tussenschotten (septa) geheel of ten dele doorboord zijn. 



Het secundair xyleem, oftewel "hout", dat bij de secundaire diktegroei door het cambium wordt gevormd: dit is de bekendste vorm van xyleem. Het woord xyleem komt van het Griekse woord 'xylon' (ξύλον, xúlon), dat hout betekent. 

Het secundair xyleem in de wortels zal slechts in de details verschillen van dat in de bovengrondse delen.

In het secundair xyleem van naaldhout wordt het watertransport geheel verzorgd door tracheïden; deze maken het grootste deel uit van het secundair xyleem en zorgen ook voor de stevigheid van het hout. 
De tracheïden in naaldhout hebben een sterk verdikte wand, zijn 1–5 mm lang en hebben een spits toelopende boven- en onderkant.

Naaldhout bestaat naast tracheïden ook uit parenchym.



Het andere transportweefsel in vaatplanten is floëem. Het floëem verzorgt het transport van fotosyntheseproducten vanuit de bladeren of opslagweefsels naar de andere plantendelen. Samen vormen het xyleem en floëem een aaneengesloten systeem van vaatweefsel dat door het hele lichaam van de plant is vertakt."

https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Xyleem




"Een cambium kan met het blote oog gezien worden in het voorjaar, door een jonge tak af te snijden en te schillen. Het blijkt dan dat de kurk- en bastlaag vrij gemakkelijk loslaat. Er lijkt alleen een dun laagje vocht tussen te zitten, maar dat is in feite een weefsel. Dit weefsel is een cambium.

Het bestaat uit cellen met dunne celwanden; de cellen bevatten veel cytoplasma en geen vacuole."

https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Cambium


Het cytoplasma bestaat voor ongeveer 80% uit water en is rijk aan eiwitten, koolhydraten, ionen en nucleïnezuren.

In het cytoplasma vinden veel verschillende cellulaire processen plaats. Voorbeelden zijn stofwisselingsroutes, zoals de glycolyse, maar ook mechanische processen zoals opbouw van het cytoskelet. Het cytoskelet is een dynamisch netwerk van vezelige eiwitten die de cel stevigheid en beweeglijkheid geeft.

De natuurkundige eigenschappen van het cytoplasma in vivo (levend) zijn nog niet geheel ontrafeld. (2013)

De beweging van intracellulaire componenten is afhankelijk van de permeabiliteit van het cytoplasma. Kennis hiervan is onder meer van belang bij signaalprocessen.

https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Cytoplasma

2016 en bronnen tot 2023.




Parenchym (= vulmiddel) is een van de drie primaire weefsels van een plant en dient vaak als vulweefsel en als weefsel voor opslag van reservestoffen. 

Marginaal parenchym: vulweefsel rondom de jaarringen van een boom.
Het terminaal parenchym [Download Wur] [Download Bomenst..] kan 1 tot 10 cellenlagen dik zijn. Een voorbeeld van een boom waarbij het terminaal parenchym slechts 1 cellenlaag dik is, is de grofgetande populier (Populus grandidentata). In het terminaal parenchym bevindt zich soms zetmeel, bijvoorbeeld in de suikeresdoorn (Acer saccharum). Mogelijk is dit een reserveopslag van energie voor de groei van blaadjes of bloesems.

Axiaal parenchym: vulweefsel dat in de richting van de lengteas van een plantendeel georiënteerd is.
Zij dienen met name voor het watertransport en voor de opslag van zetmeel.
In functie lijkt axiaal parenchym sterk op levende tracheïden. Het verschil is dat de cellen in axiaal parenchym dunnere celwanden hebben, en dat zich tussen achter elkaar liggende parenchymcellen een primaire en een secundaire celwand bevindt. 

Aerenchym: axiaal parenchym met grote met lucht gevulde intercellulairen

https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Parenchym_(plantkunde)


Groeiringen zijn het resultaat van nieuwe groei in het vasculaire cambium , een laag cellen nabij de schors; deze groei in diameter staat bekend als secundaire groei . 

Zichtbare ringen zijn het gevolg van de verandering in de groeisnelheid door de seizoenen van het jaar heen.

Onder gunstige omstandigheden groeit de boom snel en zijn de cellen van het hout wijd van diameter; wordt het weer slechter dan worden ook de cellen kleiner van diameter.

Op doorsnee zijn deze verschillen zichtbaar als lijnpatronen die concentrische ringen vormen. Deze heten groeiringen. Deze zijn met name duidelijk als de groei geruime tijd geheel stilvalt, zoals in de winter, of bij een uitgesproken droog seizoen. 

Ook de elfjarige zonnecyclus (minima en maxima van zonneactiviteit) is terug te vinden in de groeiringen van bomen. 

Rondom de groeiringen van een boom kan zich marginaal parenchym bevinden. Bij tropische soorten is dit vaak de meest duidelijke manier om groeiringen te herkennen."

https://en.m.wikipedia.org/wiki/Dendrochronology#Growth_rings

https://commons.m.wikimedia.org/wiki/Category:Tree_rings#mw-subcategories


Jonge plantaardige cellen bevatten eerst meerdere vacuolen. Deze nemen later water op en verenigen zich. Bij oudere plantencellen zijn de vacuolen vaak samengevoegd tot één grote vacuole. Bij planten neemt de centrale vacuole soms 80% tot 90% in van de totale inhoud van de volgroeide cel. Door het vergroten van de vacuolen en het opnemen van water wordt de cel uitgerekt.

Het vocht in de vacuolen (vacuolenvocht) bestaat uit water met daarin opgeloste stoffen. Dit vocht bevat onder andere reservestoffen, kleurstoffen en afvalstoffen. De kleurstoffen zorgen voor de kleur van bijvoorbeeld planten en bloemen.

Ze zijn dus erg belangrijk voor de bescherming en het 'schoonhouden' van het inwendige milieu van de cel.

Ook spelen vacuolen in plantencellen een belangrijke rol bij de osmoregulatie, wat zorgt voor de stevigheid van de cel. De plantaardige cel is veel steviger dan de dierlijke cel. De celwand en vacuolen geven samen voldoende stevigheid aan de cel. Vacuolen die goed gevuld zijn, zorgen ook voor een hoge spanningsdruk op de celwand.

https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Vacuole




"Merg, is een weefsel in de stengels van vaatplanten. Merg bestaat uit zachte, sponsachtige parenchymcellen, die in sommige gevallen zetmeel kunnen opslaan . Bij eudicotyledons bevindt het merg zich in het midden van de stengel. Bij eenzaadlobbigen strekt het zich alleen uit tot in de wortels. Het merg is omgeven door een ring van xyleem; het xyleem wordt op zijn beurt omringd door een ring van floëem .

Hoewel de groei van nieuw merg meestal wit of bleek van kleur is, wordt het naarmate het weefsel ouder wordt gewoonlijk donkerder tot een diepere bruine kleur.

Bij bomen is merg meestal aanwezig in jonge groei, maar in de stam en oudere takken wordt het merg vaak – voor een groot deel – vervangen door xyleem. Bij sommige planten kan het merg in het midden van de stengel uitdrogen en uiteenvallen, waardoor een holle stengel ontstaat."

https://en.m.wikipedia.org/wiki/Pith





Een goede gezondheid gewenst 💝.

Jesse.











Wettelijke tekst : Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor "professioneel" medisch advies.